Managementvennootschappen onder vuur, wat kan/mag nog?
De fiscale aftrek van managementvergoedingen is al jaren een doorn in het oog van de fiscus, omdat zij deze veelal kaderen in de strijd tegen de vervennootschappelijking, zijnde de trend waarbij een beroepsactiviteit bij voorkeur via een vennootschap wordt verricht in plaats van in persoonlijke naam, en dit voornamelijk om fiscale redenen. Alvast, dat is het standpunt van de fiscus, die dan ook al vele jaren met alle mogelijke middelen deze structuren aanvecht, wat zorgt voor veelvuldige discussies.
Zo wil de belastingplichtige de betaalde vergoedingen aftrekken, terwijl de fiscale administratie de aftrek in de meeste gevallen wenst te verwerpen, daarbij verwijzend naar fictieve of overdreven vergoedingen, in combinatie met de vraag naar het leveren van werkelijke prestaties.
De aftrekbaarheid van managementvergoedingen ligt dan ook gevoelig bij de fiscale administratie. Het is in deze van groot belang om een goed onderbouwd dossier met de nodige bewijsstukken voor te leggen waaruit de geleverde prestaties blijken. Hierbij komen tevens enkele vennootschapsrechtelijke aspecten bij de opmaak van een managementovereenkomst aan bod.
Vervolgens wordt dieper ingegaan op de fiscale gevolgen. Zijn managementvergoedingen steeds aftrekbaar in het licht van artikel 49 WIB en moeten daar altijd werkelijke prestaties tegenover staan? Speelt het maatschappelijk doel van de vennootschap een rol bij de aftrekbaarheid van de kosten? Heeft de fiscale administratie het recht om de hoogte van de managementvergoedingen in vraag te stellen? Moet er een verhouding bestaan tussen de ontvangen managementvergoeding in de vennootschap en de vergoeding van de bedrijfsleider? Over welke aanvalsroutes beschikt de fiscus om managementvergoedingen te verwerpen? Kan bij onvoldoende bewijs de managementvergoeding worden geherkwalificeerd als een abnormaal of goedgunstig voordeel of als een liberaliteit? Zijn managementvergoedingen onderworpen aan btw?
Verder wordt uiteraard ingegaan op een aantal mogelijke optimalisaties van de werking via een vennootschapsstructuur. Waarom is het bijvoorbeeld vandaag nuttiger om via de vennootschap te beleggen in plaats van uit te keren en persoonlijk een vermogen op te bouwen?
In haar zoektocht naar middelen voor de meerjarenbegroting heeft de regering-De Wever de tarieven op de voordelige winstuitkering bij managementvennootschappen verhoogd. Wie zich vandaag uit een managementvennootschap een dividend uitkeert, kan dat onder bepaalde voorwaarden tegen 15% doen. Dat tarief wordt (waarschijnlijk met ingang van 1 januari 2026) opgetrokken naar 18%. Ook liquidatiereserves worden opgetrokken naar 18%. Wordt de liquidatiereserve interessanter? Hoe zal de wetgever bepalen wie een managementvennootschap heeft? Wordt enkel een specifieke groep geviseerd, of ook freelancers met een vennootschap, frituristen met een vennootschap, enz.?
Er zijn zaakvoerders die zichzelf een loon toekennen dat lager ligt dan een gemiddelde studentenjob, terwijl hun vennootschap perfect gezond is en zij daardoor in aanmerking komen voor bijvoorbeeld schooltoelagen, het sociaal energietarief, enz. Daarom voorziet de regering-De Wever ook in een update van de manier waarop sociale voordelen worden beoordeeld: voortaan moeten ook roerende inkomsten worden aangegeven wanneer men een sociaal voordeel aanvraagt.
Tijdens dit seminarie wordt aan de hand van recente rechtspraak en beslissingen een overzicht gegeven van de huidige visie van de fiscus op de managementvennootschap. Daarbij worden ook bruikbare tips en praktisch advies meegegeven.
26/16 B - BRUSSEL | 17/03/2026 van 14.00 tot 17.30 uur | 9027
26/16 B - BRUSSEL | 17/03/2026 van 14.00 tot 17.30 uur In winkelkar:26/16 B - BRUSSEL | 17/03/2026 van 14.00 tot 17.30 uur
26/16 R - REAL TIME | 17/03/2026 van 14.00 tot 17.30 uur | 9028
26/16 R - REAL TIME | 17/03/2026 van 14.00 tot 17.30 uur In winkelkar:26/16 R - REAL TIME | 17/03/2026 van 14.00 tot 17.30 uur
26/16 O - ON DEMAND | Beschikbaar vanaf 19/03/2026 | 9029
26/16 O - ON DEMAND | Beschikbaar vanaf 19/03/2026 In winkelkar:26/16 O - ON DEMAND | Beschikbaar vanaf 19/03/2026
Het seminarie duurt 3,5 uur.
U heeft de keuze tussen:
- het seminarie FYSIEK volgen op locatie in BRUSSEL, of
- het seminarie volgen via LIVESTREAMING (real time), of
- het seminarie UITGESTELD bekijken (on demand).
Iedere deelnemer ontvangt na het beantwoorden van de aanwezigheidsvragen en de afsluitende toets, zowel bij een seminarie op locatie, een real time- als een on-demand-seminarie, een attest erkend door de volgende instituten:
- het ITAA (categorie A);
- het I.B.R.;
- het BIV (na goedkeuring);
- de Vlaamse Balies;
- de Nationale Kamer van Notarissen.
Brussel - Odisee
Stormstraat 2
1000 Brussel
België
Bereikbaarheid: De campus is heel gemakkelijk te bereiken: te voet of met de fiets, met het openbaar vervoer, of met de auto.
Het station Brussel-Centraal ligt op wandelafstand van de campus. Om vanuit Brussel-Centraal tot aan de campus te geraken, volg je vanuit de grote hal van het station de Keizerinnenlaan. De vierde straat links is de Stormstraat.
De campus is vlot bereikbaar vanop de kleine ring rond Brussel.
Parking: de deelnemers aan de seminaries en de causerieën (met uitzondering van de Grondige Snelcursussen) ontvangen een gratis parkingticket dat enkel geldig is voor de volgende parkings:
- Parking Grote Markt, Grasmarkt 104, Brussel (inrit rechtover het Centraal Station)
- Parking Munt, Muntplein 25, Brussel
- Parking Schildknaap, Schildknaapstraat 15-17, Brussel
Real time
Een realtimeseminarie wordt op een vooraf bepaalde dag en op een vaststaand tijdstip gegeven. Je kan rechtstreeks en interactief deelnemen.
On demand
Een on-demand-seminarie is een opname van een seminarie. De deelnemer kan deze opname bekijken op een door hem/haar zelfgekozen tijdstip.