Vlaamse regularisatie & EBAquinquies: spelregels, valkuilen en aandachtspunten

Na een periode van stilstand is fiscale regularisatie terug. Met de Programmawet van 18 juli 2025 opende de federale overheid opnieuw het loket via EBAquinquies, de vijfde ronde van de Eenmalige Bevrijdende Aangifte. Deze regeling is permanent, maar éénmalig: wie regulariseert, kan dat slechts één keer doen. In ruil voor fiscale én strafrechtelijke immuniteit betaalt de aangever een stevige prijs. Voor niet-verjaarde inkomsten geldt het normale belastingtarief, verhoogd met 30 percentpunten; voor verjaarde kapitalen bedraagt de heffing 45%.

De terugkeer van deze regeling is geen toeval. Banken hanteren steeds strengere antiwitwasregels en blokkeren transacties wanneer het fiscale verleden van een vermogen niet sluitend kan worden aangetoond. Voeg daar het risico op strafrechtelijke vervolging bij, en regularisatie wordt voor velen een noodzaak. EBAquinquies biedt een uitweg – maar tegen een hoge kost en met een bewijslast die volledig bij de aangever ligt.

En terwijl de federale regeling vooral focust op inkomstenbelastingen, komt Vlaanderen nu met een eigen initiatief. Vanaf 1 januari 2026 introduceert het Vlaams Gewest een tijdelijke regularisatieronde voor erf- en registratiebelastingen. Deze loopt tot 31 december 2029 en geldt enkel voor inbreuken vóór 1 juli 2025. Het kader lijkt vertrouwd, maar twee nieuwigheden springen in het oog: fors hogere tarieven en een aftrekmogelijkheid voor wie ook federaal regulariseert. Daarmee is meteen duidelijk dat beide systemen niet gelijk lopen: EBAquinquies is permanent en federaal, terwijl de Vlaamse regeling tijdelijk is en zich beperkt tot gewestelijke belastingen. Ze vereisen elk een aparte aanpak.

Wie een aangifte indient in het kader van de Vlaamse regularisatieronde betaalt een regularisatieheffing die afhankelijk is van het type belasting en de situatie:

• Voor niet-verjaarde bedragen in de erfbelasting: 40% bij verkrijgingen in rechte lijn en tussen partners, 75% voor andere verkrijgingen; 
• Voor niet-verjaarde bedragen in de registratiebelasting: 25%; 
• Voor verjaarde kapitalen (zowel erf- als registratiebelasting): een progressief tarief dat start op 40% in 2026 en stijgt tot 45% in 2029.

Nieuw is dat betaalde federale regularisatieheffingen onder voorwaarden kunnen worden afgetrokken van het bedrag dat u in Vlaanderen aangeeft. Bovendien kan die federale heffing als passief worden opgenomen in de nalatenschap, waardoor de basis voor de erfbelasting daalt. Deze mogelijkheden kunnen de totale kost verlagen, maar vereisen een zorgvuldige analyse.

Gemengde dossiers – bedragen die zowel federale als Vlaamse belastingen betreffen – maken het plaatje nog complexer. Daarvoor is een samenwerkingsakkoord in de maak, maar voorlopig moeten deze dossiers bij het Contactpunt Regularisaties (CPR) worden ingediend. Een geïntegreerde aanpak is cruciaal om dubbele heffingen en procedurefouten te vermijden.

Tijdens dit seminarie krijgt u een volledig overzicht van de nieuwe spelregels, praktische tips om valkuilen te vermijden en strategieën om uw dossiers correct en efficiënt af te handelen. Schrijf u nu in en wees voorbereid op de fiscale realiteit van morgen.

Volgende vragen komen o.a. aan bod:

• Welke gegevens moeten onder EBAquinquies en de Vlaamse regeling in het aangiftedossier worden opgenomen?
• Hoe werkt het Contactpunt Regularisaties en wat is de rol van VLABEL?
• Welke kapitalen en inkomsten kunnen worden geregulariseerd?
• Hoe werkt de aftrek van federale heffing in een Vlaamse aangifte?
• Wat zijn de tarieven en hoe kan de heffingsgrondslag worden beperkt?
• Hoe bewijst u dat kapitalen hun fiscale regime hebben ondergaan?
• Wat zijn de gevolgen voor erfgenamen en derden te goeder trouw?
• Hoe vermijdt u dubbele heffingen in gemengde dossiers?

U krijgt een volledig overzicht van de nieuwe spelregels en praktische tips om valkuilen te vermijden en om uw dossiers correct en efficiënt af te handelen.