Het fenomeen influencers en influencer marketing: hoe ziet de fiscale behandeling er uit? - E-SEMINARIE

Een YouTube-celebrity die vakantiefoto’s deelt. Een Instagrammer die zijn nieuwe Mercedes laat zien. Een Snapchatter die een foto van zijn hotelkamer deelt. Het zijn beelden die we maar al te vaak tegenkomen op sociale media zoals Instagram, YouTube, Snapchat, Facebook, TikTok, Twitter, … 

Veel van deze influencers, veelal bekende personen, hebben een groot aantal volgers die hen vaak imiteren. Marketeers hebben deze trend vastgesteld en via het principe van “influencer marketing” proberen zij via de influencers de producten of diensten van grote bedrijven zoals Coca-cola, Nike, Adidas, …, aan de man te brengen. Wie herinnert zich de hemdskraag van Jean-Marie Pfaff niet? 

Omdat het een vrij recent fenomeen is dat aan een opmars bezig is, organiseert de Fiscale Hogeschool een causerie waarin zowel de aspecten van inkomstenbelastingen als btw aan bod komen. 

Volgende vragen komen tijdens het seminarie o.a. aan bod: 

• Moeten influencers zich identificeren voor btw-doeleinden? Welke soort prestaties verrichten zij? Wat als ze een omzet hebben lager dan 25.000 euro?
• Aan welke btw-formaliteiten moeten influencers voldoen? 
• Welk fiscaal (directe belastingen en btw) en sociaal stelsel zijn er van toepassing op de arbeidsprestaties van de influencers wanneer ze een btw-plichtige zelfstandige dan wel een gewone particulier zijn?
• Kunnen de ter beschikking gestelde kledingstukken aan een influencer beschouwd worden als werkkleding?
• Moet een vennootschap, die voor reclamedoeleinden goederen en/of producten van aanzienlijke waarde toewijst aan een persoon die geen werknemer en/of bedrijfsleider van de vennootschap is, een fiscale fiche opstellen? Zo ja, welke? 
• Wat is het bedrag dat op deze fiche moet worden vermeld, wanneer de onderneming de goederen en/of producten die zij als reclameproducten wil aanbieden, zelf produceert of verdeelt? Is het de vervaardigingsprijs resp. aankoopprijs van het goed of product, dan wel de commerciële verkoopprijs ervan?
• Moet de toekenning van een product van significante waarde aan een derde, die geen banden heeft met de onderneming, worden beschouwd als de toekenning van een abnormaal of goedgunstig voordeel?
• Een vennootschap wil dat de verkopers/verkoopsters in de winkels, alsmede het administratieve personeel, de kleding van het merk dragen tijdens de werkuren. Ze stelt al die personeelsleden per seizoen drie à vier kledingstukken ter beschikking, die aan het einde van de werkdag in de winkel of op de zetel van de vennootschap moeten worden achtergelaten. Betreft het hier een voordeel van alle aard?