We zien u graag (terug)komen … met uw kortingsbon, voucher, zegel of waardebon

Weet u wat gedaan als uw klant met een kortingsbon, voucher, zegel of waardebon betaalt? 

Door technologische ontwikkelingen en commerciële innovatie heeft het aanbod van vouchers een enorme vlucht genomen, zowel wat omvang van gebruik als complexiteit betreft. Ook mede door de economische crisis wordt de laatste tijd meer en meer gebruik gemaakt van o.a. kortingsbonnen, tijd dus om de btw-regeling op te frissen. 

Omdat de bestaande btw-regels niet langer voldeden om het gebruik van vouchers op een juiste wijze fiscaal te behandelen werd de btw-regelgeving op Europees vlak gewijzigd door de Richtlijn 2016/1065/EU om alzo te komen tot een meer duidelijke, uniforme en consistente btw-behandeling. België heeft de Europese btw-regeling via de Wet van 11 februari 2019 verankerd in het Belgisch btw-recht. 

Omdat de nieuwe regels reeds op 1 januari 2019 in werking traden, publiceerde de fiscus onder tijdsdruk, nog voordat de wet in het Belgisch Staatsblad werd gepubliceerd, een eerste FAQ-circulaire waarin de btw-behandeling van vouchers op een rijtje werd gezet. Medio september 2020 werd er een nieuwe toelichting gepubliceerd in de vorm van een circulaire, die enkele nieuwigheden toevoegt aan de FAQ-circulaire van 2018. Ondanks de nieuwe circulaire blijven er toch enkele prangende vragen onbeantwoord, zoals het begrip “handelen in eigen naam”, concrete toepassingen van het afwijkend regime op het commissionairsprincipe, de specifieke problematiek van vouchers voor reizen, …

Dat er nog onduidelijkheden bestaan over het begrip “voucher” moge duidelijk blijken uit de vele rechtspraak. Recentelijk heeft ook het Hof van Justitie zich een paar keer uitgesproken over kortingen en betalingen die een onderneming doet aan haar klanten: in welke gevallen kunnen deze effectief als een korting worden beschouwd? Hoe verloopt één en ander in een internationale context? Wanneer kan een ‘stadskaart’ gekwalificeerd worden als een voucher? 

In dit seminarie komen onder meer volgende aspecten aan bod op basis van een grondige studie van de voucherrichtlijn:

• onderscheid tussen ‘vouchers’, ‘kortingsbonnen en betaalmiddelen’ 
• onderscheid kortingbonnen en ‘geld terug’-bonnen; 
• onderscheid tussen vouchers voor enkelvoudig en meervoudig gebruik;
• btw-heffing inzake handelingen met betrekking tot vouchers;
• maatstaf van heffing bij de overdracht van vouchers;
• de rol van tussenpersonen bij de verkoop van vouchers;
• de btw-behandeling van de niet-ingewisselde vouchers; 
• het moment van opeisbaarheid van de btw; 
• optimalisatiemogelijkheden van het gebruik van vouchers; 
• de btw-regeling van vouchers die niet worden ingewisseld en vervallen; 
• ‘financiële en commerciële kortingen” vs ‘kortingbonnen’ en ‘geld terug’-bonnen; 
• aankoopbonnen in het kader van een garantieverplichting.