Cliënteel in de onderneming: problematieken - E-SEMINARIE
Het cliënteel vormt het hart van de onderneming. Een goed klantenbeleid is dan ook een belangrijke vereiste binnen een onderneming. In dit seminarie worden een aantal problematieken uit de praktijk onder de loep genomen. Het begrip ‘cliënteel’ wordt dan ook zeer ruim bekeken.
Vooreerst wordt er dieper ingegaan op het debiteurenbeleid van de onderneming. Een onderneming met aanzienlijke bedragen aan klantenvorderingen op de actiefzijde van de balans wil deze bedragen op korte termijn zo snel mogelijk geboekt zien op de rekening “liquide middelen”. Liquide middelen brengen immers rente op en kunnen elders in de onderneming worden ingezet. Soms bestaat de kans dat de klant niet in de mogelijk is om zijn schuld te vereffenen, denk maar aan financiële problemen, het faillissement, malafide praktijken, … In dergelijke situatie kan de onderneming, mits voldaan aan een aantal voorwaarden, een waardevermindering op handelsvorderingen boeken. Tijdens dit seminarie krijgt u o.a. een overzicht van de fiscale en boekhoudkundige aspecten van de waardevermindering op handelsvorderingen. Wat zijn de problematieken uit de praktijk? Waarmee moet u rekening houden?
De uitzonderlijke situatie die werd veroorzaakt door het virus Covid-19 en de maatregelen die in dat verband werden opgelegd door de federale regering, zullen onvermijdelijk nadelige gevolgen hebben voor de liquide middelen en de solvabiliteit van sommige ondernemingen. Daarom lijkt het opportuun om in dat verband de vrijstellingsvoorwaarden van de waardeverminderingen op handelsvorderingen tijdens dit seminarie te verduidelijken. In maart 2020 heeft de fiscus een circulaire gepubliceerd waarin ze bevestigt dat de crisis door het virus Covid-19 kan worden beschouwd als een bijzondere omstandigheid die de vrijstelling van waardeverminderingen op handelsvorderingen rechtvaardigt.
Ook komt de boekhoudkundige verwerking van dubieuze debiteuren aan bod tijdens dit seminarie.
Geboekte waardeverminderingen voor dubieuze debiteuren worden fiscaal behandeld als een vrijgestelde reserve. Om de fiscale vrijstelling te kunnen genieten moet er een formulier 204.3 ingevuld worden en toegevoegd worden als bijlage bij de aangifte vennootschapsbelasting.
- Hoe moet dit formulier worden ingevuld?
- Wat als ik het formulier vergeet toe te voegen?
- Kan ik het formulier achteraf toezenden?
- Wat als ik een fout gemaakt heb bij het invullen van het formulier?
- Kan ik fouten rechtzetten?
- Hoe ziet de boekingswijze eruit? Welk bedrag moet er geboekt worden?
- Moet ik voldoen aan de onaantastbaarheidsvoorwaarden?
Het cliënteel maakt onderdeel uit van het handelsfonds van een onderneming. Vennootschapsvorming zit de laatste jaren in de lift. Veel kleine en middelgrote ondernemingen oefenen hun activiteit niet langer als natuurlijk persoon uit, maar via een rechtspersoon. Als aan de opgerichte vennootschap ‘goodwill (lees: cliënteel)’ wordt overgedragen, dan kan op de verwezenlijkte meerwaarde een zware belastingdruk bestaan. Zo vormt de volledige verkoopprijs van het cliënteel een stopzettingsmeerwaarde die normaliter belastbaar is aan 33%. Wat met zelf opgebouwd cliënteel? Hoe moet zelf opgebouwd cliënteel gewaardeerd worden? Wat als er een variabele prijs werd overeengekomen? Is cliënteel afschrijfbaar? Wat is het gevaar als de verkoopprijs wordt geboekt op de rekening-courant van de pas opgerichte vennootschap?
Omdat de fiscale druk zo hoog ligt, wordt er meer en meer geopteerd voor de verhuur van het cliënteel aan de vennootschap, in plaats van een verkoop ervan. Uit de praktijk blijkt dat er tussen de fiscale administratie en de belastingplichtige nog steeds onenigheid bestaat over de kwalificatie van de verhuring van cliënteel, m.n. is het een roerend inkomen (art. 37 WIB92) of een beroepsinkomen (art. 32 WIB92)?
Volgens de fiscale administratie kan cliënteel überhaupt niet worden verhuurd omdat het ‘rustig huurgenot’ niet kan worden gegarandeerd. Steunend op een Cassatiearrest van 2013 bestempelt de fiscale administratie de verhuur van cliënteel als een gesimuleerde overeenkomst met als doel te kunnen genieten van het gunstiger belastingtarief voor roerende inkomsten. Daarom herkwalificeert ze dergelijke vergoedingen steeds in een bedrijfsleidersvergoeding in het licht van het attractiebeginsel.
In 2018 werden er twee vonnissen gepubliceerd die de aandacht trekken. Zowel het hof van beroep van Luik als dat van Gent beslisten dat de verhuring van cliënteel geen simulatie uitmaakt. In dit seminarie wordt nagegaan welke draagwijdte deze arresten hebben. Belangrijk in dit arrest was de besluitvorming waarbij een antwoord werd gegeven op volgende vragen:
- Wat is simulatie in fiscalibus?
- Wat is het voorwerp van de huurovereenkomst?
- Hebben de partijen de gevolgen van deze huurovereenkomst in concreto aanvaard?
- Kan de fiscus het attractiebeginsel inroepen?
- Heeft de fiscale administratie de simulatie bewezen?
In dit seminarie wordt nagegaan wat het fiscaal voordeligste alternatief is : de verkoop of de verhuur van het cliënteel ? Daarbij wordt rekening gehouden met de diverse juridische en fiscale aspecten en risico’s zowel in hoofde van de verkoper/verhuurder als in hoofde van de koper/huurder. Aan de hand van een praktisch uitgewerkt voorbeeld wordt het fiscaal kostenplaatje van verhuur en verkoop van het cliënteel vergeleken.
21/124 O On demand | beschikbaar vanaf 25/11/2021 | 6901
21/124 O On demand | beschikbaar vanaf 25/11/2021 In winkelkar:21/124 O On demand | beschikbaar vanaf 25/11/2021
Het seminarie duurt 3,5 uur
Iedere deelnemer ontvangt na het beantwoorden van de aanwezigheidsvragen en de afsluitende toets, zowel bij een real time- als een on-demand-seminarie, een attest erkend door de volgende instituten:
- het ITAA (categorie A);
- het I.B.R.;
- het BIV;
- de Vlaamse Balies;
- de Nationale Kamer van Notarissen.
Real time
Een realtimeseminarie wordt op een vooraf bepaalde dag en op een vaststaand tijdstip gegeven. Je kan rechtstreeks en interactief deelnemen.
On demand
Een on-demand-seminarie is een opname van een seminarie. De deelnemer kan deze opname bekijken op een door hem/haar zelfgekozen tijdstip.
