Masterclass waarderingstechnieken van MVA, IMVA en FVA - E-SEMINARIE

Waarderen van activa houdt meer in dan een bedrag toekennen aan een bepaald actiefbestanddeel. Op grond van het Belgisch boekhoudrecht moeten activabestanddelen gewaardeerd worden tegen hun aanschaffingswaarde. De aanschaffingswaarde impliceert naast de aankoopprijs, ook alle bijkomende kosten. In het kader van het getrouw beeld, is het belangrijk om een zo juist mogelijke toestand weer te geven.

Tijdens het eerste deel van dit seminarie wordt dieper ingegaan op de verschillende waarderingstechnieken. Zowel de waardering van materiële vaste activa (MVA), vlottende activa, immateriële vaste activa (IMVA) als financiële vaste activa (FVA) komen aan bod. 

Om de waarde van een onderneming of een deel van een bedrijfstak te bepalen, kan beroep gedaan worden op verschillende methodes. Denk bijvoorbeeld maar aan de vermogensbenadering, DCF-benadering, benadering van de vergelijkingen, rendementsbenadering en specifieke benadering. De werking van deze waarderingstechnieken wordt aan de hand van toepassingsvoorbeelden toegelicht. Bijzondere aandacht zal ook uitgaan naar de waardering van goodwill of badwill. Wat met eigen werk? In een recent arrest heeft het Hof van Cassatie beslist dat een actiefbestanddeel dat gedeeltelijk door de vennootschap zelf tot stand wordt gebracht, moet gewaardeerd worden tegen vervaardigingsprijs. Het niet opnemen van het “eigen werk” geeft aanleiding tot een onderschatting van het actiefbestanddeel. 

Tijdens de eindejaarsverrichtingen wordt een beroepsbeoefenaar ook geconfronteerd met waarderingtechnieken. Zo vormen de voorraden een belangrijke post op de balans. Hierop een juiste waarde kleven is dus van zeer groot belang. De waardering van de voorraden kan plaatsvinden via de historische kostprijs, vervaardigingsprijs, inbrengwaarde, LIFO, FIFO, gewogen gemiddelde, standaard kostprijs en actuele kostprijs. Aan de hand van cases zal de fiscale impact nagegaan worden van het gebruik van een foutieve waarderingsmethode. 

In het tweede deel van het seminarie worden de verkrijgingen van activa om niet of tegen een lagere waarde dan de marktprijs behandeld. De vraag die hier kan worden gesteld is of de fiscus een vennootschap ertoe kan dwingen om activa die beneden hun marktwaarde werden verkregen in de boekhouding op te nemen tegen hun werkelijke waarde. Het Hof van Antwerpen besliste eerder dat er enkel kan gewaardeerd worden tegen werkelijke waarde als de fiscus kan aantonen dat er simulatie in het spel is. In 2013 kwam er het baanbrekend arrest van het Hof van Justitie dat oordeelde dat het in het licht van het getrouw beeld niet mogelijk is om af te wijken van de historische kostprijs.

Eind november 2001 heeft de CBN een advies (126-17) gepubliceerd waarin ze meent dat de aanschaffingswaarde van activa om niet, bij gebrek aan een aanschaffingsprijs, gelijk is aan de werkelijke waarde ervan. Dit advies heeft heel wat stof doen opwaaien en leidde tot veelvuldige rechtspraak zowel in het voordeel als in het nadeel van de belastingplichtige. Medio 2016 publiceerde de CBN een nieuw advies over de verwerving van een bedrijfstak tegen een symbolische euro. Het advies spreekt over goodwill en badwill. Aan de hand van toepassingsvoorbeelden zal het onderscheid tussen beide begrippen worden aangetoond. 

Het nieuw ontwerpadvies over de aanschaffingswaarde van een goed tegen betaling van een vaste prijs, verschuldigd over een periode van meer dan één jaar en het ontwerpadvies over inbreng in nijverheid komen tijdens dit seminarie ook zeker aan bod. 

Ook op fiscaal vlak is het belangrijk om de activa zo juist mogelijk te waarderen. Indien de fiscus oordeelt dat de activa te laag werden gewaardeerd, kan ze het verschil immers belasten als een verdoken reserve, meer bepaald een onderschatting van de activa. Op 11 maart 2016 heeft het Hof van Cassatie, steunend op Europese rechtspraak, geoordeeld dat het Belgische boekhoudprincipe “waardering volgens aanschaffingswaarde” primeert. 

Tijdens dit seminarie krijgt u aan de hand van toepassingsvoorbeelden een zo volledig mogelijk overzicht van de waarderingsproblematiek van activabestanddelen. Daarbij komen zowel de boekhoudkundige als de fiscale aspecten aan bod. 
 

Certified accountant en tax advisor, Docent postgraduaat Tax & Accountancy Management
Head of Tax BNP Paribas Fortis, Prof. FHS
Prijs:
€ 195,00

Het seminarie duurt 3,5 uur

Iedere deelnemer ontvangt na het beantwoorden van de aanwezigheidsvragen en de afsluitende toets, zowel bij een real time- als een on-demand-seminarie, een attest erkend door de volgende instituten:

  • het ITAA (categorie A);
  • het I.B.R.;
  • het BIV;
  • de Vlaamse Balies;
  • de Nationale Kamer van Notarissen. 
-

Real time

Een realtimeseminarie wordt op een vooraf bepaalde dag en op een vaststaand tijdstip gegeven. Je kan rechtstreeks en interactief deelnemen. 

-

On demand

Een on-demand-seminarie is een opname van een seminarie. De deelnemer kan deze opname bekijken op een door hem/haar zelfgekozen tijdstip. 

Bib